Een dentaal implantaat is een kunstmatige tandwortel van titanium die in het kaakbot wordt geplaatst om zowel de functie als esthetiek te herstellen bij tandverlies. Implantaten worden al meer dan 20 jaar routinematig in de tandheelkunde gebruikt. Dankzij implantaten kunnen lege tandruimten op een gezonde en duurzame manier worden opgevuld.
Implantaten bieden aanzienlijke voordelen ten opzichte van traditionele behandelingen zoals bruggen of uitneembare protheses.
Bij brugbehandelingen moeten gezonde tanden naast het ontbrekende element worden beslepen. Bij een implantaat is dit niet nodig.
Bij meervoudig tandverlies zijn uitneembare protheses (gedeeltelijk of volledig) vaak minder stabiel en minder efficiënt bij het kauwen dan implantaat-gedragen oplossingen. Bovendien moeten conventionele protheses na elke maaltijd worden verwijderd en ’s nachts uit de mond worden gehaald, wat de levenskwaliteit van de patiënt kan verminderen. Bij implantaat-gedragen protheses is dit niet het geval.
Een ander voordeel is dat implantaten het kaakbot behouden en botresorptie (botafbraak) voorkomen. Zo wordt ook vervorming van het gezicht als gevolg van botverlies tegengegaan.
Voordat een implantaat wordt geplaatst, moeten zowel lokale als systemische voorwaarden worden beoordeeld.
Lokale factoren:
Kwaliteit en hoeveelheid bot op de beoogde plaats
De relatie met omliggende anatomische structuren
Als het botvolume of de kwaliteit onvoldoende is, kan de behandeling niet direct plaatsvinden. Met radiologische of tomografische beelden kan dit vooraf goed worden beoordeeld. Indien nodig, kan botopbouw plaatsvinden alvorens het implantaat wordt geplaatst.
Systemische factoren:
Er moet rekening worden gehouden met de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Bij aandoeningen zoals diabetes, hypertensie, hartproblemen, bloedziekten of na chemo-/radiotherapie is een zorgvuldige evaluatie nodig. In sommige gevallen wordt overleg met de behandelend arts gevraagd.
De behandeling wordt uitgevoerd onder plaatselijke verdoving en is doorgaans pijnloos. De duur van de behandeling hangt af van het aantal implantaten (gemiddeld 30 minuten tot 2 uur).
Na de ingreep worden antibiotica en pijnstillers voorgeschreven om het herstel te ondersteunen. De hechtingen worden meestal na een week verwijderd.
Afhankelijk van de kwaliteit van het kaakbot en het type implantaat, volgt een geneesperiode van 2 tot 3 maanden voordat de kroon of brug wordt geplaatst. Deze periode is nodig voor de osseointegratie (de verbinding tussen implantaat en bot).
Na de operatie:
Volg strikt de instructies van de tandarts
Neem voorgeschreven medicatie regelmatig in
Breng de eerste 24 uur koude kompressen aan
Eet of drink niets zolang de verdoving nog werkt
Vermijd gedurende 3 dagen warme dranken, zuurhoudende dranken, alcohol, roken en warme douches
Spoel uw mond niet, spuug niet en gebruik de eerste dag geen mondspoeling of tandenborstel
Reinig het operatiegebied zorgvuldig na elke maaltijd
Neem bij onverwachte klachten direct contact op met uw tandarts
Poets uw tanden en implantaten nauwkeurig zoals aanbevolen (met tandzijde, interdentale borstels of monddouche)
Ga minimaal 1 keer per jaar op controle
Zorg voor een grondige reiniging van de binnenzijde van uitneembare protheses
